Pieter Lambertsz Bol
Pieter Lambertsz Bol,
geb. in 1616 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1641-70,
ged. te Blaricum Koptienden Eerste: 1640-81-1,
OAH-214; Zout en zeep-1680,
Wonende tot Huijsen,
ovl. in 1664 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1662-43,
begr. te Blaricum Koptienden Laatste: 1649-80,
, -
PETER LAMBERTSZ
Huizen Koptienden: (1641-70 1662-43):
1641-70: v. Lambert Claes Willemsz 2 Spt
- v. Jacob Cornelisz Schram 3 Spt 4 cop
- Situatie: 5 Spt 4 cop
1643-59: v. Elbert Willemsz (Slop) 2 cop 1/2
- Situatie: 5 Spt 6 cop 1/2
1646-59: v. Rijck Gerrit Wijchertsz 2 cop 1/2
- Situatie: 6 Spt 1 cop
1647-59: v. Peter Cornelisz 1 cop 1/4
1649-59: v. Wijchert Cornelisz ?? 5 cop
- Situatie: 6 Spt 7 cop 1/4
1651-59: Situatie: 6 Spt 3 cop 1/4
- op Otto Lambertsz Blaricum boeck 5 cop
- 0p Leendert Feecksz Smit 2 cop 1/4
- Situatie: 5 Spt 4 cop
- ER STAAT: 6 Spt 1 cop
- v. Teeuwis Cornelisz 1 cop
- op Henrick Sijmonsz huijser boeck ?? 1 cop 1/4
t/m 1652-59: Situatie: 6 Spt 3/4
1653-59: ER STAAT: 6 Spt 3 cop 3/4
- op Geu Cornelisz 3 cop 1/4
- Situatie: 5 Spt 1/2
- v. Lambert Goossen 3 cop 3/4
- op Elbert Rutten (Ruijn) 1 Spt 5 cop 1/2
- Situatie: 3 Spt 6 cop 3/4
1654-59: op Cornelis Dircksz 1 Spt
- op Emmitgen Claes 6 cop
- Situatie: 2 Spt 3/4
1656-59: v. Lambert Cornelisz Boen 5 cop
- v. Emmetje Claes 6 cop
- Situatie: 3 Spt 3 cop 3/4
1662-43: op Tijmen Petersen Ramaker 6 cop
- v. Evert Lubbertsz 5 cop
- op Gerrit Hendricksz Swem 4 cop 3/4
- Situatie: 2 Spt 6 cop
1665-47: VAN WEESKINDERS v. Peter Lambertsz
- op Lambert Goossensz 4 cop
1665-50: op Willem Teeuwisz Blanckert 5 cop
1665-55: op Henrick Willemsz 6 cop
1665-59:VAN WEESKINDERS v. Peter Lambertsz
- op Jacob Dirck Jan Kossen 7 cop
- Afgezet op onbekende 2 cop
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 14-15; 24-01-1657:
. tot Blaricum gegaen ten huijse van Geertien Lamberts weduwe van Willem Thonisz zaliger
. dat Pieter Lambertsz wonende tot Huijsen als broeder van Geert Lamberts weduwe van Willem Tonisz
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 18; 28-02-1657: Transportakte; Blaricum; Pieter Lambertsz woonende tot Huijsen als Oom en Bloetvooght van de onmondige naegelaten kinderen van Oth Lambertsz za: en transporteerde aan Gerrit Jansz de Jonge
wonachtigh tot Blaricum een acker boulants
-
ORA-184-3170; 20-04-1657B: Pieter Lambertsz Boll toecomende bruijdegom aan de ene en Mattge Gerrits weduwe van Mains Jansz toecomende bruijd geassisteert met Claes Gerritsz aan de andere sijde
-
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 47-48; 19-05-1658: Transportakte; Voor ons Schepenen tot Blaricum compareerde Pieter Lambertsz wonende tot Huijsen en Tijmen Jacobsz woonachtigh tot Blaricum als Oomen en monboor van de onmondige naargelaten
kinderen van wijlen Otto Lambertsz en Meijnsien Gijsbert in haar leven echteluijden in Blaricum en transporteerde aen handen van Lambert Elbertsz buijrman in Blaricum een huijs en boulant annex gelegen in Blaricum
-
ORA-184-3187A159; 08-11-1658: Pieter Lambertsz Bolheijt onse buijrman vercocht voor f 246:10 aen Gerrit Hendricksz Swem onse mede buijrman een 1/2 mutset landts gelegen op de Nenge naest het landt van Timen Rutten ten Noorden en van Wichert
Hendricksz ten suijden
-
ORA-184-3170; 06-04-1660: Schepenen condemneren Willem Rutten, Claes Geurtsz en Pieter Lambertsz als voochden van de nagelaten weeskinderen van Lambert Lambertsz Cos gedaagde, aen Ghijsbert Evertsz Cos eijsscher te presteren de coop van 't
huijs in questie met compensatie van costen
-
ORA-184-3231; 03-06-1660; Pieter Lambertsz Bol Buijrman in voorz dorpe @ Mattien Gerritsz sijn huijsvrouw, met bewilliginge van de voorn. Pieter Lambertsz Bol in desen geassisteert met Jan Pietersz Camer als haeren gecoren voocht, @ verclaerde
sij comparanten met de anderen veraccordeert te sijn, alsoo volgens de huijwelickse voorwaerden tusschen henluijden gemaeckt geen gemeenschap van goederen geweest is, dat sij Mattien Gerrits met haere onroerende en andere goederen gelijck
deselve jegenwoordich tusschen henluijden sijn gedeijlt sal mogen doen en handelen ma haer wel gevallen, sonder dat sij Pieter Lambertsz Bol daer van eenige administratie, bewint ofte gesagh sal hebben, dat sij insgelijck deselve haer goederen,
roerende en onroerende, gewas te welcke, en 't gene verders daer onder begrepen kan werden sul mogen vercopen,
- Mattien Gerrits dient wel zorg te dragen voor haar voorkint
-
ORA184-3227A057; 25-01-1661: Compareerden Pieter Lambertsz Bol voor dese getrout hebbende met Aefien Goossens aen d'ene en Lambert Goossensz als oom en Willem Elbertsz als susterlingh en te samen bloedtvooghden van de kinderen bij den voorn
Pieter Lambertsz Bol aen de voorn Aefien Goossensz geprocreeert
-
ONA-3675A028; 19-09-1661: Testament Aeltje Gerrits huisvrouw van Claes Hendricksz wonende tot Huijsen: erfgenaam van alle goederen worden haar broer Claes Gerritsz en Claes Meijnsz die een zoon is van haar zuster Matje Gerritsdr die gehuwd is
met Pieter Lambertsz
-
SAGV155.2-3235, Folio 169-170; 17-11-1670: (Moeilijk leesbaar) Compareerden ter Secretarie van Blaricum Pieter Lambertsz Bol, Timen Jacob Gerritsz en Lambert Reijersz mitsgaders Reijer Jansz als vader en vooghdt van Neeltge Reijers en noch de
voornoemde Timen Jacob Gerritsz als vooghdt van de onmondige kinderen van Otto Lambertsz te samen erfgenamen van Geertge Lamberts als namentlijck de voornoemde Pieter Lambertsz Bol en Timen Jacob Reijers??? voor 1/4 part Lambert Reijersz en
Neeltgen Reijers te samen voor 1/4 part en de kinderen van Otto Lambertsz te samen 't resterende 1/4 part en verclaerden sij comparanten aen gaende de erfenisse van de voornoemde Geertgen Lambertsz soo als deselve en haer gedeelt was tegens
Reijer Lubbertsz weduwenaer van de selve geschift en gescheijden te sijn in de maniere als volght dat namentlijck . volgt verdeling van gronden.- Vader:
Lambert Cornelisz , zn. van Cornelis Cornelisz ,
geb. in 1585 te Blaricum Koptienden Eerste: 1608-49,
ovl. in 1638 te Balricum Koptienden Laatste: 1638-65,
, -
LAMBERT CORNELISZ
Blaricum-Koptienden (1608-4 1640-64):
1610-47: v. Willem Stachouwer 1 Spt 3 cop 1/2
1626-63: v. Cornelis Cornelisz Huijserboek 1 Spt 5 cop 1/4
- op Cornelis Cornelisz Coster Huijserboeck 2 cop
- Situatie: 2 Spt 6 cop 3/4
1640-64: op Willem Thonisz 4 cop 3/4
- op Thijmen Jacobsz Gerrits 4 cop 3/4
- op Reijer Jansz 4 cop 3/4
- op Oth Lambert Cornelisz 4 cop 3/4
- op Peter Lambertsz 4 cop 3/4
- Situatie: 0 Spt.
relatie (1)
met
Aefien Goossens , dr. van Goossen Jansz ,
ovl. te Huijsen; <= 1661,
, -
ORA-184-3227A57-59; 25-01-1661: haar oom Lambert Goossens; haar susterling Willem Elbertsz.
Uit deze relatie:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Tijmen | *1637 | Huijsen; Koptienden Eerste: 1662-64 | †1675 | Huijsen; Koptienden Laatste: 1715-20 | 38 | 1 | 3 |
2 | Pieter | | | | | | 0 | 0 |
tr. (2) op 25-04-1657 te Huijsen; ORA-184-3170; 20-04-1657B
met
Mattgen Gerrits , dr. van Gerrit Claesz ( Heijnen) Cuijper en N1 Hendricks ,
geb. in 1599,
, -
ORA-184-3170;20-04-1757; Akte van bewijs Compareerden voor Lambert Claesz Schram @ Jan Gerretsz Backer schepenen tot huijsen, Mattgen Gerrits weduwe van Meijns Jansz geassisteert met Claes Gerritsz haeren broeder als haeren gecoren voochdt in
desen, aen d'eene mitsgaders Ghijsbert Joosten @ Rijck Hendricks Lustigh als vooghden van Claes Meijnsz nagelaten weeskindt van de voornoemde Maijns Jansz bij de voorsz Mattge Gerritje geprocreert aen d'andere sijde
- eijndelijck de helft van een acker aen het loeg groot ontrent twee schepel gelegen aen de Noort-sijde van Timen Willemsz Dam
ORA-184-3170;20-04-1657B: Huwelijkse voorwaarden. Pieter Lambertsz Boll toecomende bruijdegom aan de ene en Mattge Gerrits weduwe van Mains Jansz toecomende bruijd geassisteert met Claes Gerritsz aan de andere sijde
ONA-3675A28;19-09-1661: Testament Aeltje Gerrits huisvrouw van Claes Hendricksz wonende tot Huijsen: erfgenaam van alle goederen worden haar broer Claes Gerritsz en Claes Meijnsz die een zoon is van haar zuster Matje Gerritsdr die gehuwd is
met Pieter Lambertsz
ORA-184-3231; 03-06-1660: Pieter Lambertsz Bol Buijrman in voorz dorpe @ Mattien Gerritsz sijn huijsvrouw, met bewilliginge van de voorn. Pieter Lambertsz Bol in desen geassisteert met Jan Pietersz Camer als haeren gecoren voocht, @ verclaerde
sij comparanten met de anderen veraccordeert te sijn, alsoo volgens de huijwelickse voorwaerden tusschen henluijden gemaeckt geen gemeenschap van goederen geweest is, dat sij Mattien Gerrits met haere onroerende en andere goederen gelijck
deselve jegenwoordich tusschen henluijden sijn gedeijlt sal mogen doen en handelen ma haer wel gevallen, sonder dat sij Pieter Lambertsz Bol daer van eenige administratie, bewint ofte gesagh sal hebben, dat sij insgelijck deselve haer goederen,
roerende en onroerende, gewas te welcke, en 't gene verders daer onder begrepen kan werden sul mogen vercopen,
Mattien Gerrits dient wel zorg te dragen voor haar voorkint
OAH-214; Zout en zeep-1680,
relatie (1)
met Meijns Jansz Anxsz
>